Art 4
Bomenkap: wat mag, en mag niet?
RUBRIEK: Natuur-Tuin    Geplaatst op 23 januari 2009

Eén van de belangrijkste redenen om "hier" 12 jaar geleden te komen wonen -on-danks het feit dat het toen een nieuwbouwwijk was- , was de achtergrond van een bos. Stel je je daar wel niet teveel bij voor, want het gaat hem hierbij eerder om een bosje : in breedte twee percelen waar 30 jaar niet werd naar omgezien, in vogel-vlucht hooguit 30 meter diep. Zoals dit altijd het geval is, wanneer de natuur dan overneemt: in die 30 jaar werd die zone omgetoverd in een heerlijk mini-reservaatje, waar de fauna en flora ongestoord zijn gang kon gaan. Het was, samen de coniferen die destijds waren aangeplant, uitgegroeid tot een dicht bosje, dat niet alleen de in-druk gaf ondoordringbaar te zijn, maar ook van veel dieper te zijn dan het in reali-teit was. In dit opzicht werd ik eraan herinnerd, hoe men in tuinen soms met weinig middelen al heel wat kan bereiken: om een gevoel van diepte te kreëeren, zijn niet steeds gróte afstanden nodig. Ik was tevreden met dat bosje, heb mijn tuin-concept daarbij aangesloten, en vond het leuk dat mijn tuin ook door de (dierlijke) bewo-ners als deel ervan werd geaccepteerd.

Je voelt het allicht al aankomen, dit verhaal eindigt niet goed: aan de 12 jaar van vreedzame en harmoniese samenleving is abrupt een einde gekomen. Zoals dit meestal het geval is in dergelijke gevallen: door tussenkomst van "de mens". En in dit specifiek geval: door de komst van nieuwe eigenaars. Dingen veranderen nu een-maal, maar niets zo "gevaarlijk" als nieuwe eigenaars: als "buitenstaanders" hebben die immers geen echte banden met de plek en de omgeving waar ze komen wonen. Alles hangt dan immers af van zijn gevoeligheid als nieuwe eigenaar: werkt men zich zachtjes in door te kijken en te polsen wat er in de omgeving letterlijk en figuur-lijk leeft, of gaat men tekeer als een bulldozer die met niets of niemand rekening houdt en meteen zijn stempel op zijn eigendom zet?

Ikzélf heb destijds gekozen voor de eerste aanpak, wat ondermeer inhield dat ik me nauwgezet hield aan de wettelijke voorschriften inzake aanplantingen: bo-men -enfin boompjes die zouden uitgroeien tot bomen- op 2 meter afstand van alle perceelsgrenzen, en haagplanten op een halve meter van de scheidingsgrenzen. Alle werkzaamheden en verplantingen heb ik trouwens (met hulp) zelf uitgevoerd, wat ten eerste de beste manier is om konkreet te AARDEN op een plek. Ten tweede ook de beste manier is om de mogelijke gevolgen van hetgeen men wil, te ervaren en te zien "op het terrein zélf". En ten derde schept het konkrete aanleidingen om met de buren kennis te maken. In onze kultuur heeft men immers de gewoonte van alles mooi "op plan te zetten", zonder voldoende rekening te houden met de leefbaar-heid van dat mooie plan in de werkelijkheid. Pas de laatste jaren duiken ervarings-deskundigen op, die goed vertrouwd zijn met het terrein en de realiteit ervan.

Maar mijn nieuwe buren hielden er blijkbaar een andere filosofie op na. Op een dag in de kerstvakantie -wanneer nota bene een koudegolf heerste, en men bomen dan beter met rust laat-, kwam een tuinfirma met zwaar materiaal aanzetten, en weer-galmde urenlang het irritante geluid van boomzagen en houtverhakselaars. Ik zag dat met lede ogen gebeuren, want vroede "arbeidslust" laat op dat vlak weinig goeds vermoeden. Aanvankelijk gaf ik ze wel het voordeel van de twijfel, maar al vrij vlug bleek, dat de bedoeling verder ging dan loutere "opkuis": er was sprake van een vol-ledige kaalslag.

Het probleem hierbij, is, dat het slechts een paar minuten kost om een boom die er 30 jaar op heeft gedaan om te groeien, neer te vellen. Het "gemak" daarvan, zou mensen juist uitermate goed moeten doen overwegen om een boom te vellen: het proces is immers onomkeerbaar. Snoodaards weten dat ook, en begaan vlug de overtreding, betalen (met plezier) de boete, want de klok kan niet teruggedraaid worden. VLUG reageren, is dus in zulke gevallen steeds aangewezen!

Om ANDEREN te helpen geen kostbare tijd te verliezen, en dus bomen te red-den, zet ik hier even de wetgeving ter zake - die frekwent met de voeten wordt getre-den- op een rijtje. Allerbelangrijkst is, dat men de dag van vandaag nagenoeg AL-TIJD een kapvergunning moet hebben om bomen van een zeker formaat -ttz met stamomtrek van 1 meter= een diameter van een meetlat- te mogen rooien. Het be-treft hier een gemeentelijke kaptoelating, of een stedebouwkundige vergunning wanneer dit samengaat met bouw-of renovatiewerken bvb, voor bomen die gewoon in woongebieden en tuinen staan.

Er is slechts één enkele uitzondering op die regel: wanneer de boom zich BINNEN 15 meter afstand van de woning bevindt. Deze uitzonderingsmaatregel dient het ge-zonde verstand, dat het mogelijk moet zijn een boom, die al te dicht bij een huis staat en het teveel in de schaduw zou zetten, weg te nemen om meer licht toe te laten. Let wel weer goed op: dit geldt NIET voor een woning IN een bos (en hieronder wordt OOK een perceel verstaan dat overwegend is begroeid met bomen, struiken en/of onder-begroeiing)!

Dus samengevat geldt voor VLAANDEREN: voor hoogstammige bomen is een ste-denbouwkundige vergunning vereist; voor bomen met een stamomtrek kleiner dan 1 meter, is een gemeentelijke kaptoelating vereist. Is het perceel een BOS -zoals bij mij het geval was-, dan is een kapmachtiging vereist. Heeft men die niet, dan moet men de stedebouwkundige politie bellen om de werken te laten stil leggen. Dat heb ik dan ook kunnen bereiken, dank zij de tussenkomst van de ombudsvrouw, die hier in het Gentse uitstekend werk verricht. Maar het einde van de problemen is hierdoor nog niet in zicht, en de aangerichte schade is groot: ipv op een bosje, kijk ik nu op een groteske villa doorheen een paar stammen. De plaats heeft zijn sfeer en zijn ma-gie verloren; een onherstelbaar verlies.

Toch nog een woordje over naaldbomen of coniferen, omdat daarover veel mis-verstanden bestaan. Eén van de " argumenten" voor de kaalslag hier , was , dat het "toch maar om sparren ging". Dit is volkomen ten onrechte: sparren zijn OOK bo-men, die aan DEZELFDE reglementeringen gebonden zijn. Er was een tijd dat naald-bossen massaal werden aangeplant; dat had toen zijn redenen. Als vandaag andere visies daarover heersen, en men de mono-naaldbossen opdoekt, omdat in onze kontreien het gemengd loofbos de climax-vegetatie is, betekent dit daarvoor nog niet dat naaldbomen "vogelvrij" zouden zijn die ZONDER het minste onder-scheid en ZONDER de minste vorm van kompensatie door heraanplanting van ande-re soorten bvb, zouden mogen omgekapt worden. De WAARDE van een boom wordt niet louter bepaald door de kommerciële waarde van zijn hout; omdat dit in het geval van naaldbomen niet zo hoog ligt, mag men hen nog niet voor waardeloze bomen verslijten. En geeft dat zeker niet het "recht" om hem zomaar om te hakken zoals het hem belieft! Niet zolang geleden heeft men trouwens diezelfde " redenering" als drog -reden gehanteerd om berken te lijf te gaan met boomzagen. De mode-tendenzen veranderen, maar de perfide praktijken blijven dezelfde.