Art 6
Sereniteit
RUBRIEK: Intuïtie-Energie    Geplaatst op 1 februari 2009

Sereniteit is niet die statiese geestestoestand van immobliteit, stilte en afwezigheid van denken en beweging. Dat is een erg benepen en beperkte visie erop. Sereniteit is integendeel een erg dynamiese geestestoestand, waarbij de energie vloeiend en kreatief in beweging is. Alleen: deze beweging is niet chaoties en willekeurig waar-door de energie verward en het bewustzijn vertroebeld wordt. Maar wel: de beweging is rustig en stabiel, waardoor de energie gefocust en het bewustzijn helder is. Wie in zulk een geestestoestand is, is niet bevreesd of bezorgd, niet opgewonden of verdrie-tig, niet "positief" of "negatief". Zijn geest is in balans met zichzelf.

"Gelijkmoedigheid"houdt ook niet in, dat men LOS zou staan van de Aardse realiteit, en door niets zou "aangedaan" of "beroerd" worden. Het misverstand dat men "een heilige" zou moeten zijn met een oneindig geduld en mededogen, is nogal wijd ver-breid. Ik ben echter geen heilige: ik kan uit mijn sloffen schieten wanneer men mij een gebrek aan respekt betoont, en ik kan heftig verontwaardigd zijn door uitingen van onmenselijkheid en onrecht in de wereld. "In rust zijn" of "in het reine zijn met zichzelf" betekent niet dat men niet in aktie zou kunnen komen. Integendeel zelfs: een serene geest weet wanneer hij niét, en wanneer hij wél moet tot aktie overgaan. Sereniteit is geen synoniem voor passiviteit of wereldvreemdheid.

Er zijn wel een aantal VOORWAARDEN waaraan men moet voldoen, om zo'n serene geestestoestand te kunnen bereiken. Een eerste voorwaarde is, van alle ballast in zijn systeem en geest zoveel mogelijk op te ruimen. Veel mensen lopen zo moeilijk met zichzelf, omdat ze teveel "rommel" met zich meeslepen: rommel uit hun eigen, onverwerkte verleden; en rommel die van anderen afkomstig is. Opruimen houdt in eerste instantie dus afwerken in; en wat niet afgewerkt kan worden, afsluiten of loslaten. Vergelijk je energiebalans met een bureau(blad): al wat EROP blijft staan, vreet energie; deze cases blijven "open". Hoe meer rommel erop blijft staan, hoe meer energie wordt onttrokken en men tekort komt voor belangrijke zaken.

Tweede voorwaarde: de bereidheid om een onbevooroordeeld onderzoek te voe-ren, en in nauw verband daarmee, de eerlijkheid om de konklusies daarvan als bindend te beschouwen. Soms wordt de slogan "niet oordelen!" gebazuind, maar niet oordelen is geen optie, net zomin als niet denken dat zou zijn: als mensen een slecht oordeel maken, gebeurt dit nogal eens uit een TEKORT aan goed nadenken en aan goed onderzoeken. Tot een eerlijk oordeel komen, betekent dat dit niet is ingegeven door het persoonlijk en subjektief belang, maar door het inzicht van wat het korrek-te of juiste is . Juist kunnen oordelen, is belangrijk om de juiste beslissing en de juiste keuze te kunnen maken. Verkeerde beslissingen nemen, of verkeerde wegen inslaan, is niet onoverkomelijk, maar kosten alweer een hoop energie om ze te korrigeren. Voorkomen is nog steeds beter dan genezen!

Derde en misschien de moeilijkste voorwaarde: zichzelf kunnen besturen. In enge zin houdt dit in: zichzelf kunnen intomen en kunnen beheersen wanneer dit nodig is; voldoende zelf-discipline en zelf-kontrole kunnen aan de dag leggen. In ruime zin houdt dit in: voldoende inzicht hebben om te kunnen HERKENNEN wat in hem in het hier en nu leeft, en met welk fundamenteel motief dit korrespondeert bij hem-zelf. Geregeld valt hierbij de term zelf-kennis, maar dit is een beetje een misleidend begrip: men kan perfekt DUIDEN wát in hem opkomt, ZONDER daarvoor greep erop te kunnen hebben. Dat is het verschil tussen weten en bewustzijn: wanneer men zich van iets bewust is, dan heeft men ook voeling met de bron van waaruit "het" ontstaat. Louter "weten" is afstandelijker: men kijkt naar zichzelf, als betrof het eigenlijk "een vreemde". Bewustzijn herkent , en is dus in staat het proces te sturen: een wijs en bewust man volgt zijn levenspad niet "lukraak" of "op 't goed uitvallen af", maar stippelt een route uit, en probeert dat pad te bewandelen.
Geregeld valt in deze kontext een ander misbegrepen pricipe: dat van de negativi-teit. Veel New-Agers zijn "positief " uit schrik of ontkenning van het "negatieve"; daarom wordt hierbij vooral gewezen naar "de ander". Negatieve energie ontstaat echter NIET (alleen) wanneer een ander je "slecht wil aandoen", maar (vooral) wanneer men ZELF niet in balans is: die zogenaamde negatieve energie is slechts de keerzijde van de "positieve werking". En wat meer is: die "overdaad" is soms NODIG, ingeval de "gewone dosis" niet begrepen wordt. Zich kwaad maken is bvb de vergro-tende of "negatieve" trap van assertiviteit; wanneer men met je voeten probeert te spelen, is het soms NODIG van zich kwaad te maken. In het leven moet een wijs man zowel ja ,als neen kunnen zeggen. Zowel tegen zichzelf, als tegen een ander. Dus ook ja zeggen tegen kwaadheid wanneer die nodig is, daarbij zijn kwaadheid sturen binnen redelijke paden (de bal, en niet de man spelen), om daarna weer rustig te worden en tot belangrijker zaken over te gaan. Uit je kwaadheid, geef het signaal, en maak er daarna komaf mee; draag kwaadheid nooit lang met je mee, want dan kan het een kwelgeest worden die je eigen energie aanvalt.