Leverkruid
Art 22
Koninginne-, Lever-kruid

Als een kruid een "oud" geneeskruid is dat sedert oudsher al bekend was in het "Oude Kontinent", dan heeft het vaak ook een hele geschiedenis achter de rug. Dit is hier het geval met een kruid dat in de loop van zijn geschiedenis zelfs verschillende namen heeft gedragen. De allereerste toepassingen gingen zowel in de Arabiese, als in de Griekse en de Germaanse kultuur terug tot een gebruik van de bladeren als wondkruid. De menselijke geschiedenis is één lange aaneenschakeling van oorlogen en veldslagen, dus toen waren dergelij-ke kruiden belangrijk, gezien veel gekwetste soldaten stierven aan ontstoken verwondingen. De Duitse naam Gundkraut blijkt daarnaar te verwijzen. De Latijnse geslachtsnaam Eupatorium is afgeleid van Mithridates Eupator, destijds koning van Pontus en krijgsheer die tegen de Romeinse overheersing vocht. De wondhelende eigenschappen werden in de Middeleeuwen dan weer aan een andere persoon geassociëerd: koningin Kunigonde, echtgenote van Hendrik II van Duitsland en patrones van zieke kinderen. De plant werd in Duitsland naar haar genoemd: Kunigundekraut, wat in het Nederlands ver-basterd werd tot Koninginnekruid.

Het probleem van zulke verwijzingen, is dat de verhalen die daarmee gepaard gaan, telkens een nieuwe "laag" op de geschiedenis leggen, wat de authentici-teit en de duidelijkheid niet ten goede komen. Zo zijn er in dit specifiek geval verwarring mogelijk met Agrimonia eupatoria (de Agrimonie die tot een heel andere plantenfamilie behoort), en met Moerasspirea, de "koningin der wei-den". Temeer omdat al deze planten in hetzelfde biotoop groeien: vochtige plaatsen, langs sloten, drassige weiden, beekoevers. De soortnaam cannabi-num verwijst naar een gelijkenis met cannabis wat betreft de bladeren: beide planten hebben tegenover elkaar geplaatste, handvormige bladeren. De En-gelsen maakten de verwarring kompleet door de plant Hemp agrimony te noemen.

Dan verkies ik de naam Leverkruid, die verwijst naar het gebruik van de plant bij leverkwalen en geelzucht. Ware het dan weer niet dat de plant deze reputatie vooral vroeger had, en dat ze de dag van vandaag daarvoor minder gebruikt wordt. Je merkt het alvast, beste lezer: dit wordt geen gemakkelijke behandeling. Het hebben hier te maken met een enigsins enigmaties kruid.

Een enigsins kontroversiëel kruid ook, omdat het alkaloïden (oa pyrrolizi-dine) bevat die dan weer de lever kunnen beschadigen. Omdat dit vooral het geval blijkt te zijn bij overdosering, is dit eerder een waarschuwing om Lever-kruid niet langdurig te gebruiken. Leverkruid schijnt tegenstrijdige menin-gen op te roepen: men houdt ervan, of men vindt de plant maar niks. Wie al-vast wél van de plant houden, zijn de vlinders: de bloemen met hun zoetige geur en vol nectar, zijn echte vlinder-magneten (zie foto's hieronder). Maar anderen vinden die smoezige bloemen in een vaalroze kleur alles behalve fo-togeniek; de waarheid gebiedt van te zeggen dat ze ook moeilijk te fotografe-ren zijn, en op foto's vaak flets en flou staan. Op het einde van de bloeitijd lijken de bloemaartjes in een mistige waas gehuld te zijn. Mist flower is wel een toepasselijke Engelse naam. Of Draadjesbloem, omdat de meeldraden als draadjes uit de talloze bloemen hangen. En de vruchtpluizen (foto hier-boven) die tot in de herfst de plant tooien, ook die kan men mooi vinden, of voor "vuiligheid" verslijten. De paarse variant is een goede tuinplant voor de achtergrondborders, want Leverkruid kan tot anderhalve meter hoog opschie-ten.

De Germanen wisten Leverkruid in ieder geval naar zijn waarde te schatten: het behoorde tot de zogenaamde rookkruiden of donderkruiden, gewijd aan Donar. Het werd aan deuren en vensters gehangen om huis of schuur te be-schermen tegen bliksem, en tegen kwalijke invloeden van "boze geesten" en heksen. Of het werd verbrand waarbij de bloemen een ceder-achtige geur af-gaven, al dan niet in een ritueel tijdens de "rooknachten" tijdens de winter-zonnestilstand. Het gebruik van Leverkruid om te smudgen berust net zoals bij Salie op de weldoende Boogschutter-Jupiter-energie van het kruid. Het bekken met de lever is de korresponderende Boogschutter-lichaamszone in het lichaam. Door de funktie van de lever en milt te verbeteren, waardoor het bloed beter ontgift wordt, kan Leverkruid ook huiduitslag en eczema ku-reren. Het hele kruid bevat bitterstoffen, en kan daardoor gebruikt worden bij verkoudheid en griep (slijmoplossend en zweetdrijvend). Hierdoor worden ook de nieren gestimuleerd om de afvalstoffen af te voeren, en kan Leverkruid ook gebruikt worden bij waterzucht en oedemen. En door de galsecretie te be-vorderen werkt Leverkruid ook nog eetlustopwekkend (aperitivum), laxerend bij verstopping, en regulerend bij een galblaasontsteking.

De Homeopathie belicht een ander aspekt van het wezen van Leverkruid: het wordt aangewend bij geblokkeerde en geïrriteerde blaas, brandend gevoel bij urineleider en bij urineren, vergrootte prostaat, impotentie, steriliteit en pij-nen in de onderrug. Dit draagt duidelijk een Schorpioen-Pluto-signatuur. Recenter onderzoek van Leverkruid heeft een anti-tumor-werking, en een effekt op het immuniteitssysteem aangetoond, wat het voorgaande bevestigt. In de Chinese Kruidengeneeskunde wordt Leverkruid vermeld bij blokkerin-gen in de uterus, bij kankergezwellen, en uitwendig in het badwater om een uitblijvende menstruatie te laten doorkomen. En in de 17-e eeuw noemde Rembert Dodoens dit kruid het "Boelkens-cruydt", wat verwees naar boelen, boeleren, vrijen: vrouwen zouden de bladeren door sla gemengd hebben om hun mannen "daadkrachtiger" op sexueel gebied te maken. Nicolas Culpeper verwees naar een verwante soort, de Ageretum wat van het Griekse "ageratos" =eeuwig jong is afgeleid, voor de behandeling van the green sickness: een ziektebeeld van bleekzucht, kortademigheid, gebrek aan energie, hoofdpijnen, slechte spijsvertering, gebrek aan eetlust en afwezigheid van menstruatie.

Uit dit alles blijkt dat Leverkruid een opwekkend, yang kruid is door zijn kombinatie van Boogschutter- en Schorpioen-energie.

Als ANALOOG KRUID past Leverkruid bij het strevers-type dat er alles voor over heeft enom zijrn doel te bereiken. Men deinst niet terug voor de moeilijste uitdagingen of de lastigste hindernissen, maar gáát ervoor. Men houdt een zekere drive aan, en men praat honderduit over alles wat men wil doen en realiseren, maar over zijn werkelijke gevoelens blijft men een gesloten boek. Men gaat gemakkelijk in de clinch met anderen, maar vaak is er sprake van projektie ttz dan men zijn eigen bedoelingen en emoties IN hen projekteert. Zijn standpunten zijn hierdoor nogal eenpuntig, en empa-thie is niet zijn grootste kwaliteit. Men probeert anderen voor zijn kar te span -nen, en kan met zijn innemende charme en gulheid veel bekomen. Er wordt hem ook veel vergeven, omdat hij/zij leuk en opwindend gezelschap is, en kan meeslepen . Maar achteraf komt altijd "een kater" wanneer blijkt dat men op hem/haar op cruciale momenten niet kan rekenen. Door zijn gulzigheid en ongezonde levensstijl kan zo iemand het "aan zijn lever krijgen".

Als COMPLEMENTAIR KRUID stemt Leverkruid overeen met het passionele type dat als een vulkaan talrijke erupties en schokken maakt in zijn turbulente omgang met zijn omgeving. De interaktie met anderen is daardoor intens, en vaak heftig, maar over zijn ware motieven laat men wei -nig tot niets los. Hierdoor blijft men een raadsel voor anderen, want men laat zijn ware gelaat zelden zien. Men heeft een hidden agenda die onge-kend blijft voor anderen, en men draagt vaak een masker om zijn eigen kwets -baarheid of problemen achter te verbergen. Naar buiten toe lijkt alles hier-door OK, terwijl er BINNENIN van alles woedt. Deze inwendige stormen kun-nen lichamelijk neerslaan als verstoffelijkte woede en ongenoegen onder de vorm van aandoeningen aan het urogeneties stelsel: de blaas, de prostaat, de baarmoeder.