Art 12
Kruidengeneeskunde of Fythotherapie (2)
RUBRIEK: Kruiden    Geplaatst op 27 maart 2021

Anderzijds dragen "alternatieve therapeuten" die zomaar beweren kanker en aids te kunnen "genezen", niet toe tot wat deontologies kán, en helemaal niét kan, en versterkt dat het voor-oordeel dat in die sector zogezegd alleen kwakzalvers werkzaam zijn. De stokken "bescher-ming van de volksgezondheid" of "de garanties voor de patiënt" zijn licht gevonden als men de hond wil slaan. Vooral als blijkt dat men tal van andere zaken die de volksgezondheid méér aantasten dan een kruidenthee en méér geld uit de volksportemonnee kloppen dan een healer wél zonder bezwaren toelaat (zoals decennia lang kankerverwekkende giftige stoffen werden toegelaten, en nu het gsm-verkeer).

Ik ben al meer dan 40 jaar aan het studeren aan de Hogeschool van de Natuur en aan de Universiteit van het Leven, maar daar bestaan geen diploma's of certificaten van. En ik ben geen kwakzalver of geldwolf, omdat integriteit hoog in mijn vaandel staat en die instelling eerder offers van mij heeft gevraagd dan mij rijkdom heeft gebracht. Misbruik kan men overal en op elk niveau vinden, van de huisdokter die slechts vijf minuten per patiënt uit-besteedt of nutteloze geneesmiddelen voorschrijft, tot nutteloze onderzoeken met dure ap-paraten in ziekenhuizen, gesjoemel in de balans, in de laboratoria of met de ziekenkas, tot en met fraude in de farmaceutiese bedrijven. Ook dat zijn allemaal vormen van kwakzalve-rij!

De tweede reden sluit daarbij aan, en heeft te maken met "de wetenschap". Een aantal fun-damentele principes van de kruidengeneeskunde (energie ipv stof; het analoog verband; de werking van de natuurlijke geneeskracht), kunnen zeer moeilijk of helemaal niét in over-eenstemming gebracht worden met de visie van de rationele wetenschap en de allopathiese geneeskunde. En de kruidengeneeskunde kan daarvan geen afstand doen, zonder zichzelf te amputeren van haar essentie, en te vervallen tot een verzameling wetenswaardigheden en folkloristiese recepten "op grootmoeders wijze" (=de gekende kruidenvrouwtjes!).

Het enge rationele kader zou moeten opengebroken worden, opdat de kruidengeneeskunde zou kunnen omarmd worden, en een andere soort kennis de wetenschap zou kunnen komen verruimen en verrijken. Zolang ze dit echter fanatiek weigert en van het standpunt vertrekt dat zij en zij alleen de waarheid in pacht heeft, blijft ze de deur hardnekkig gesloten houden en zich in haar (gewaande) machtspositie koesteren. Kruiden werken niet op dezelfde ma-nier als allopathiese middelen, en kunnen dat ook niet doen, maar dit betekent daarvoor nog niet dat ze géén geneeswerking zouden hebben. In haar betweterige arrogantie ontkent de wetenschap de kruidengeneeskunde haar waarde en waarop ze recht heeft.

De derde reden, en allicht diegene die het zwaarst doorweegt, is een economies "argument", en heeft te maken met een andere machtspositie: die van de farmaceutiese industrie. Dingen die niet kwantificeerbaar, registreerbaar, regulariseerbaar en commercialiseerbaar zijn, passen moeilijk in het materialisties en kapitalisties concept. Men heeft kunnen erva-ren hoeveel heisa de vogels onlangs hebben gemaakt naar aanleiding van die enkele (!) gevallen van vogelgriep. Waar was die opgeklopte hysterie goed voor? In essentie ging het vooral om het feit dat vogels....vogelvrij zijn, en in wezen dus "onkontroleerbaar".

Met kruiden is hetzelfde aan de hand: die groeien zomaar "in het wild", zoals het hen belieft. In onze over-georganiseerde samenleving lijken het gepatendeerde anarchisten: ze duiken ongevraagd op in akkers, tuinen en parken,en zolang niet alle land vol beton zal gestort zijn zullen zij hun gang blijven gaan. Daardoor zijn ze steeds beschikbaar voor en bruikbaar door iedereen: het volstaat even naar buiten te trekken, de natuur in. Bovendien kosten ze een habbekrats, en is hun gebruik eenvoudig, mensvriendelijk en vrij van vervelende bijver-schijnselen. Aldus kunnen terugvallen op "de kinderen" van moeder Natuur, schenkt een spirituele en economiese onafhankelijkheid die indruist tegen het dingen ten gelde maken van de konsumptiemaatschappij. Deze laatste huldigt de lelijke reflex om de natuur te be-schouwen als een medium dat moet bestreden en onderdrukt worden, of in het beste geval moet geëxploiteerd worden . Wie echter de natuur als een leermeesteres beschouwt, en de kruiden als zijn "vrienden" die hem de hulp kunnen bieden die hij nodig heeft, zal weinig geneigd zijn om de eerste als "onbetrouwbaar" of "vijandig" te beschouwen, en de tweede als "kompleet waardeloos".

Dit alles heeft niets met een bepaalde "realiteit" te maken, maar alles met de manier van perceptie en van prioriteiten stellen.

Samengevat, resulteert de situatie zoals die nu is, in de hoogst hypocriete contradictie dat men kruiden weliswaar mag verkopen -dit is ook niet tegen te houden-, maar dat men daar-bij niet mag vermelden voor wat die goed zijn (want dat is voorbehouden voor "echte ge-neesmiddelen"!). Zelfs dát heeft men een tijd geleden proberen te verhinderen door bij wijze van testcase een zwarte lijst in te voeren van kruiden die niet meer mochten verhandeld worden. De stok om in dat geval de hond te kunnen slaan, heette: giftigheid. Maar deze doorzichtige poging om bvb een onschuldig kruid als smeerwortel "in de ban te slaan" op basis van arbitraire criteria, heeft men moeten afbreken.

Wel voert men om de haverklap een heuse campagne om de giftigheid van planten te bena-drukken. Maar primo hoort zoiets bij natuurkennis en -educatie, secundo past dit in de on-verholen agenda, niet om tot waakzaamheid aan te sporen, maar om alle planten als "onbe-trouwbaar" af te schilderen. En tertio vraag ik me dan telkenmale af, hoe het dan komt dat kinderen die in het Oosten of in het Zuiden die in een veel gevaarlijker milieu vol giftige planten en dieren moeten leven, daar niet massaal het slachtoffer van worden. Is er dan iets mis met het instinct of met de opvoeding van onze kinderen? Temeer als men bedenkt, dat de meeste toxiese planten een waarschuwingssysteem bezitten, bestaande uit een afstotende geur en een slechte smaak, en hoe moeilijk het is om kinderen bijvoorbeeld spinazie of spruitjes te laten eten. Wat daar ook van zij, men probeert de geconditioneerde reflex te kweken: kruiden zijn gevaarlijk; blijf er dus van af. Niet van de giftige, maar van alle, want uiteidelijk zijn ze dat allen een beetje (sic).

Hetzelfde gebeurt, wanneer bijvoorbeeld door een fout in de fabricage, het voorschrijven of het gebruik van kruidenpreparaat (cf Chinese kruiden), iemand zwaar ziek valt of een blij-vend letsel aan overhoudt. Dan benadrukt men steevast de "malafide praktijk" en de on-betrouwbaarheid van die geneeskunde. Maar wanneer het ziekte-of sterfgevallen betreft als gevolg van bijverschijnselen van allopatiese produkten of behandelingen, dan propt men dat in hele kleine kranteberichtjes, en dit keer zonder tegelijk het proces te maken van déze ge-neeskunde. Je hoeft maar een bijsluiter van een willekeurig medicament te lezen, om te be-seffen dat elk allopathies preparaat één of enkele nefaste "bijwerkingen" heeft. Een andere poging om de alternatieve geneeskunde te muilkorven, bestaat eruit van haar naar, met een nieuw modewoord, naar het complementaire te duwen, nl de sector van de cosmetica en van het "welbehagen". Alweer en tot vervelens toe: dingen die niet genezen, maar die het welzijn verhogen en bijdragen tot de levenskwaliteit. Dingen als een kruidenbad, een zalf, shampo's, massageoliën, kruidenessenties, "voedingssupplementen", kruidenmaskers en keukenkruiden. Kortom, als "aanvulling" of aangename opvulling, maar niet voor het "echte werk": de kruidengeneeskunde verbannen naar de derde divisie, of de fytotherapie gecas-treerd!