Art 3
Anorexia: het patroon
RUBRIEK: Kwalen-Karma-Healing    Geplaatst op 2 november 2007

Er is al veel geschreven over anorexia, maar nog niet zoveel vanuit een esoteriese in-valshoek. Wanneer men vertrekt van het inzicht dat lichaam en geest één zijn, dan is anorexia noch een louter fysieke kwestie -een “ziekte”-, noch zit ze louter “tussen de oren”. De term psycho-somaties is hierbij zoveel te ondoordacht en vooral te onpas gebruikt, dat hij een beetje nietszeggend is geworden. Het stelt in zekere zin de vraag wat eerst was: de kip of het ei; of in deze kontext: het verlangen om “slank” te zijn in de kop, of de “gewenning” van het lichaam om bijna niets meer te eten. Zulke vragen zijn zinledig, omdat het fenomeen anorexia vaak het kruispunt is van een hele dyna-miek aan existentiële krachtlijnen, waarvan ik er hiervolgend een paar (in willekeu-rige volgorde) ga aansnijden:

1/ Het verlangen om te korresponderen aan de door kultuur of omgeving opgedron-gen of ontleende ideaalbeelden en verwachtingspatronen: men wil “eruit zien” zoals zijn idolen of grote “voorbeelden”. Dit berust op twee grote misvattingen. Naar bui-ten toe zijn het slechts beelden, en geen levende mensen uit vlees en bloed. En naar binnen toe houdt het geen rekening met het feit dat iedere mens zijn specifiek gestel en morfologie bezit, die men niet zomaar kan modifiëren zoals hem dat belieft. Het meer en meer zijn toevlucht nemen tot plastiese chirurgie doet de illusie van een maakbaar uiterlijk alleen toenemen, terwijl een deel van wijsheid eruit bestaat van zijn eigenheid, ook op lichamelijk vlak, te leren accepteren. Als iedereen op iedereen wil gelijken, is dat een illustratie van de vraag naar “eenheidsworst”

2/Het accepteren van zijn eigen morfologie, heeft te maken met het accepteren hoe men IS. En het accepteren van zichzelf met alle kwaliteiten en onvolmaaktheden die er zijn, heeft dan weer te maken met zijn eigenwaarde. Hoe kleiner die eigenwaar-de en het zelfvertrouwen zijn, of hoe negatiever het zelf-beeld is, hoe meer iemand uiteraard vatbaar is om zich te identificeren met perfekte voorbeelden BUITEN zich. Er is niet alleen een projektie van de eigen onvrede naar buiten toe, maar ook als “oplossing”: de ideaalbeelden zijn “kapstokken” om zich aan op te trekken.

3/ Hoe leger en zinlozer men het leven in het algemeen, en zijn eigen leven in het bijzonder beschouwt, hoe minder men een existentiële richting aan zijn leven weet te schenken, en hoe vatbaarder men wordt om zich aan "reddingsboeien" vast te klam-pen. Daarom treft anorexia jongeren vooral in hun puberteit, wanneer ze “zoekend” zijn (en niet vinden). Maar zoals tegenwoordig blijkt: niet alleen in de puberteit; en ook vanaf een steeds vroegere leeftijd. Anorexia is niet alleen een schreeuw om aan-dacht, maar vertoont vanuit haar gebrek aan levensperspektief ook associaties met bijvoorbeeld zelfmutilatie en zelfmoord. Anorexia is geen akute poging om zichzelf te vernietigen, maar eerder een chroniese, langgerekte.

4/ Het gebrek aan existentiëel perspektief en spirituele zingeving is in onze kultuur een hekel punt. Men denkt immers te gemakkelijk, dat wanneer men welvaart kent, en materiëel niets tekort komt, alles voor het best is. Niets is minder waar. Het feit dat men in de welvaartstaat kan konsumeren “à volonté”, kan niet verbergen wan-neer men zich er spiritueel niet door vervuld voelt. Konsumeren (en ook “bezig zijn”) werkt hierbij dan als een zwart gat, dat de existentiële onvrede alleen doet toe-nemen. Anorexia kán een onderbewust protest tegen dat materialisme en die kon-sumptiedwang zijn: kijk, ik verwerp al dat gezwelg en die overdaad; ik neem niets tot mij, ik eet niets, ik konsumeer niets. Het switchen naar het andere extreem, boule-mie, de overgave aan het zwelgen van die overdaad, maakt de liefde-haat voor deze thematiek duidelijk.

5/ Wie geen toekomst meer ziet, heeft eigenlijk “niets meer te verliezen”, en neemt vanuit die instelling niet zelden zijn toevlucht tot drastiese aktie. Zichzelf laten uit-hongeren, is zulk een drastiese aktie (cfr hongerstaking als politieke aktie). Wie tot zulke drastiese aktie overgaat, “ziet het niet meer zitten”, en is op het einde van zijn latijn gekomen. Zo bekeken, kan men anorexia als een “wanhoopsdaad” beschouwen van iemand die in een depressie zit. Hier zit een taboe op omdat men depressie doorgaans bekijkt vanuit de druk van het leven en de verantwoordelijkheden, en dit dus voor pubers zogezegd niet van toepassing is. Ze hebben alles wat hun hartje kan verlangen; hoe zouden zij ooit wanhopig kunnen zijn? Het is precies met zulke dood-doeners dat men de spirituele nood onbespreekbaar maakt. Die wanhoop omzetten in vormen van hoop, zingeving en perspektief, zijn nochtans juist existentiële ge-sprekken die noodzakelijk zijn voor de genezing van anorexia.

6/ Als je het gevoel hebt een speelbal van de omgeving te zijn en er geen kontrole of greep op te kunnen krijgen, dan is je eigen lichaam het “laatste bastion” waarover je wél iets te zeggen kunt hebben. In die optiek is anorexia een wat onhandige poging om de onvrede over of een konflikt met de wereld, te “vertalen” naar het lichamelij-ke: als je geen houvast op je omgeving vindt, gebruik dan je lichaam als “oog van de orkaan” om de dingen tot stilstand te doen komen. WAT dat konflikt dan is, kan vanalles zijn: een slecht verteerde (!) echtscheiding van de ouders, het zich niet veilig en geliefd voelen, een gebrek aan respons en populariteit, een gebrek aan stabiliteit binnen het gezin, gebrek aan aandacht, zijn plaats niet vinden, zich sociaal onaange-past voelen, ........

Dit zijn een aantal aspekten over het wezen van anorexia. Men kan nog opmerken dat het een yinne vorm van protest of verzet is, want “passief” en “lijdzaam” tov bvb het yange van verzet door agressie of woede. Esoteries kan men anorexia als een patroon beschouwen. Elk patroon bezit een hermeties en een “verslavend” aspekt, ttz dat het, eenmaal het zichzelf geïnstalleerd of genesteld heeft, haar eigen logika en noodwendigheden volgt. Het hongergevoel onderdrukken en zijn uitgemergeld spiegelbeeld, bvb zien als dingen waar men zich “goed” bij voelt. Het niet-eten als een gewoonte , en de verslaving aan het gevoel van “ijlheid” en lichtheid bvb. Redelijkheid alleen schiet bij verslavingen tekort: een verslaafde kan bvb best begrij-pen “dat hij verkeerd bezig is”, en hoe hij ánders moet doen, maar kan het anderzijds ”toch niet laten”. De wortel van anorexia ligt immers in onderbewuste motieven. Naast de noodzakelijke mediese en voedingsbegeleiding, is het dus noodzakelijk die “vuilbak” van het onderbewuste te keren en “aan het licht te brengen”. De healing van anorexia begint dus met een bewustzijnsproces, en eindigt met het bewustzijn van wat men dan uiteindelijk ermee wou uitdrukken of “gestalte geven”.